‘Wat te doen met lichaamsopeningen?’  

Rond het verzorgen van overledenen gaan soms de meest wilde indianenverhalen rond. Dat is eigenlijk ook wel een beetje bij de vraag van Judith het geval. Immers, zo zou bij de laatste verzorging de oren, neus, mond en anus worden dichtgestopt om, laat ik het maar netjes schrijven, vochtverlies tegen te gaan. Liefhebbers van dit soort onsmakelijke verhalen moet ik echter teleurstellen. Er wordt helemaal niets dichtgestopt als het niet nodig is. Door gebruik te maken van incontinentiemateriaal kunnen vloeistoffen op een normale manier het lichaam verlaten. Dat geldt ook voor gassen. Je moet er toch niet aan denken wat er kan gebeuren als vocht en gassen niet wegkunnen?

Dick vraagt in het verlengde van de vraag van Judith of ogen en mond worden dichtgeplakt? Net als bij andere lichaamsopeningen geldt ook bij mond en ogen dat deze niet worden dichtgeplakt. Ogen sluiten we met oogkapjes waardoor de oogbal netjes op zijn plek blijft en ook de oorspronkelijke vorm houdt. Dit kapje plaatsen we tussen het ooglid en de oogbol.

Een open mond is natuurlijk ook geen prettig gezicht. Door middel van een handdoekrol, kin- of kaaksteun kunnen we de mond sluiten. Helaas blijkt dit in sommige gevallen niet afdoende door de kracht van de kaakspieren. In dat geval wordt met instemming van de nabestaanden een inwendige hechting gemaakt. Door die hechting blijven de kaakgewrichten dicht en de mond dus gesloten. Deze hechting kan indien gewenst bij het sluiten van de uitvaartkist ook weer worden losgemaakt.