Hoe zit het met bijgeloof? 

Vroeger, en dan heb ik het over écht vroeger, dus in de middeleeuwen, was de beleving rond de dood vooral gebaseerd op geloof, bijgeloof en angst. Zo geloofde men bijvoorbeeld dat direct na het overlijden de ziel uit het lichaam verdween en rondom het lichaam van de overledene bleef cirkelen. In sommige delen van het land werden daarom boerderijen aangepast met openingen in het dak waardoor de ziel kon ontsnappen. En, zo schrijft Hans Blijerveld in zijn boek Protocol en etiquette rondom een uitvaart, om ervoor te zorgen, dat de geest nooit de weg naar binnen zou kunnen vinden, waren er speciale deuren waardoor alleen de overledene naar buiten werd gedragen. “Desnoods ging de overledene door het raam naar buiten of werd er een muur uitgehakt.”

Inmiddels is de dood wel steeds meer uit de taboesfeer gekomen en is daarmee het bijgeloof afgenomen. Maar toch is het bijgeloof in sommige huidige gewoonten nog wel aanwezig. Een goed voorbeeld daarvan is dat we de overledene nog altijd met zijn voeten naar voren vervoeren. Dit is ooit in het verre verleden ontstaan toen men dacht dat geesten alleen maar vooruit kunnen zien. Door dus de overledene met de voeten vooruit te vervoeren, zou hij nooit de weg terug kunnen vinden.